Jesaja (boek)/Hoofdstuk 61: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == 1 == Jes 61:1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmo...') |
k (→2) |
||
Regel 8: | Regel 8: | ||
== 2 == |
== 2 == |
||
Jes 61:2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en de dag der wraak van onze Gods; om alle treurigen te troosten; (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>) |
Jes 61:2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en de dag der wraak van onze Gods; om alle treurigen te troosten; (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>) |
||
'''Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN.''' De Heer Jezus haalde verzen 1 en 2 aan in zijn toespraak in de synagoge te Nazareth. Hij hield op bij dit zinsdeel en sprak niet van de dag der wraak van onze God. Wij leven thans in de tijd die hier wordt aangeduid met 'het jaar van het welbehagen van Jahweh'. |
'''Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN.''' De Heer Jezus haalde verzen 1 en 2 aan in zijn toespraak in de synagoge te Nazareth. Hij hield op bij dit zinsdeel en sprak niet van de dag der wraak van onze God. Wij leven thans in de tijd die hier wordt aangeduid met 'het jaar van het welbehagen van Jahweh'. |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
'''De dag der wraak van onze God.''' De periode van de zeven apocalyptische oordeelszegels. Of de dag dat de volkeren voor de Messias, die op de troon van zijn vader David zitten zal, vergaderd zullen worden en de bokken veroordeeld zullen worden. |
'''De dag der wraak van onze God.''' De periode van de zeven apocalyptische oordeelszegels. Of de dag dat de volkeren voor de Messias, die op de troon van zijn vader David zitten zal, vergaderd zullen worden en de bokken veroordeeld zullen worden. |
||
== 7 == |
|||
Jes 61:7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben. (SV) |
|||
'''Zij.''' Dit is uw toekomstig nageslacht, uw toekomstige nakomelingen. Vgl. vers 9. |
|||
'''Hun deel.''' Een heerlijk, dubbel deel. |
|||
== 8 == |
|||
Jes 61:8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat de roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken. (CP<ref name=":0" />) |
|||
'''De roof in het brandoffer.''' HSV: "roof bij het brandoffer". NBV2004: "Offers van roofgoed". Septuagint: "roof uit ongerechtigheid". De woorden wijzen misschien op de misstand dat sommige mensen roofden en tevens Gode brandoffers brachten. Of dat ze geroofd kleinvee als brandoffer brachten. |
|||
== 9 == |
|||
Jes 61:9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft. (SV) |
|||
Zie ook vers 11, "voor al de volken". |
|||
== 10 == |
|||
Jes 61:10 Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en als een bruid zich met haar versierselen tooit. (CP<ref name=":0" />) |
|||
De met heil en gerechtigheid beklede krijgt tevens het heerlijke aanzien van een priester en van een bruid. Beide aspecten zien wij in de verheerlijkte gemeente van Christus. De gelovigen zijn dan een priesterschaar en tevens de bruid van Christus. |
|||
== 11 == |
|||
Jes 61:11 Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt, en gelijk een hof, hetgeen in hem gezaaid is, doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor al de volken. (SV) |
|||
Wat God zaait, zal vrucht dragen en heerlijke resultaten geven. De zege en lof die God doet ontspruiten zijn de vruchten van Zijn arbeid. |
|||
''Joh 5:17 Maar Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook. (Telos)'' |
|||
Gods akker en wijngaard zijn wij. Ook evangelisten en andere arbeiders van God zullen de uitkomst van hun werk zien. |
|||
''Jes 53:11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, [en] verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen.'' (SV) |
|||
'''Voor al de volken.''' Ten aanschouwen van hen. Zie vers 9. |
|||
== Voetnoot == |
Versie van 9 jun 2021 13:00
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal. Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb. |
Jesaja (boek):
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 30
- Hoofdstuk 31
- Hoofdstuk 32
- Hoofdstuk 33
- Hoofdstuk 34
- Hoofdstuk 35
- Hoofdstuk 36
- Hoofdstuk 37
- Hoofdstuk 38
- Hoofdstuk 39
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 40
- Hoofdstuk 41
- Hoofdstuk 42
- Hoofdstuk 43
- Hoofdstuk 44
- Hoofdstuk 45
- Hoofdstuk 46
- Hoofdstuk 47
- Hoofdstuk 48
- Hoofdstuk 49
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 50
- Hoofdstuk 51
- Hoofdstuk 52
- Hoofdstuk 53
- Hoofdstuk 54
- Hoofdstuk 55
- Hoofdstuk 56
- Hoofdstuk 57
- Hoofdstuk 58
- Hoofdstuk 59
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 60
- Hoofdstuk 61
- Hoofdstuk 62
- Hoofdstuk 63
- Hoofdstuk 64
- Hoofdstuk 65
- Hoofdstuk 66
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 61 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.
1
Jes 61:1 De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; (SV)
De Geest des Heeren HEEREN is op mij. Dit vers schijnt betrekking te hebben op de Messias. Op de Heer Jezus bleef de Geest rusten (Joh. 1:32; Mt. 3:16; Mark. 1:10; Luk. 3:22).
Joh 1:32 En Johannes getuigde en zei: Ik heb de Geest zien neerdalen als een duif uit de hemel, en hij bleef op Hem. (Telos)
2
Jes 61:2 Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en de dag der wraak van onze Gods; om alle treurigen te troosten; (CP[1])
Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN. De Heer Jezus haalde verzen 1 en 2 aan in zijn toespraak in de synagoge te Nazareth. Hij hield op bij dit zinsdeel en sprak niet van de dag der wraak van onze God. Wij leven thans in de tijd die hier wordt aangeduid met 'het jaar van het welbehagen van Jahweh'.
Uit te roepen. Zie vs. 1
De dag der wraak van onze God. De periode van de zeven apocalyptische oordeelszegels. Of de dag dat de volkeren voor de Messias, die op de troon van zijn vader David zitten zal, vergaderd zullen worden en de bokken veroordeeld zullen worden.
7
Jes 61:7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben. (SV)
Zij. Dit is uw toekomstig nageslacht, uw toekomstige nakomelingen. Vgl. vers 9.
Hun deel. Een heerlijk, dubbel deel.
8
Jes 61:8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat de roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken. (CP[1])
De roof in het brandoffer. HSV: "roof bij het brandoffer". NBV2004: "Offers van roofgoed". Septuagint: "roof uit ongerechtigheid". De woorden wijzen misschien op de misstand dat sommige mensen roofden en tevens Gode brandoffers brachten. Of dat ze geroofd kleinvee als brandoffer brachten.
9
Jes 61:9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft. (SV)
Zie ook vers 11, "voor al de volken".
10
Jes 61:10 Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en als een bruid zich met haar versierselen tooit. (CP[1])
De met heil en gerechtigheid beklede krijgt tevens het heerlijke aanzien van een priester en van een bruid. Beide aspecten zien wij in de verheerlijkte gemeente van Christus. De gelovigen zijn dan een priesterschaar en tevens de bruid van Christus.
11
Jes 61:11 Want gelijk de aarde haar spruit voortbrengt, en gelijk een hof, hetgeen in hem gezaaid is, doet uitspruiten; alzo zal de Heere HEERE gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor al de volken. (SV)
Wat God zaait, zal vrucht dragen en heerlijke resultaten geven. De zege en lof die God doet ontspruiten zijn de vruchten van Zijn arbeid.
Joh 5:17 Maar Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook. (Telos)
Gods akker en wijngaard zijn wij. Ook evangelisten en andere arbeiders van God zullen de uitkomst van hun werk zien.
Jes 53:11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, [en] verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. (SV)
Voor al de volken. Ten aanschouwen van hen. Zie vers 9.