Jesaja (boek)/Hoofdstuk 15

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 15 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Jes. 15:1

Jes 15:1  De last van Moab. Zekerlijk, in den nacht is Ar-moabs verwoest, zij is uitgeroeid; zekerlijk, in den nacht is Kir-moabs verwoest, zij is uitgeroeid! (SV)
Ligging van Moab en van enkele steden van Moab.

Ar-moabs ... Kir-moabs. Belangrijke steden in Moab. Ar-Moab was de hoofdstad.

Jes. 15:2

Jes 15:2  Hij gaat op naar Baith en Dibon, [en] [naar] Bamoth, om te wenen; over Nebo en over Medeba zal Moab huilen; op al hun hoofden is kaalheid, aller baard is afgesneden. (SV)

Hij. Of 'men', de Moabiet.

Baith. Deze naam betekent: 'huis van Baäl'[1]. Baäl = heer. De heer die de Moabieten dienden was de afgod Kamos. Baith is te verstaan: huis van Kamos.

Dibon. Stad noordelijk van de rivier Arnon.

Bamoth. Meervoud van Bama = hoge plaats. Op de hoge plaatsen (Bamoth) stonden de altaren.

Nebo, Medeba. Nog noorderlijker gelegen zijn de stad Medeba en de berg Nebo.

Op al hun hoofden is kaalheid, ten teken van de diepe treurigheid van het gehele volk.

In één nacht zullen de hoofdsteden Ar- en Kir-Moabs verwoest worden en Medeba leeggeplunderd en uitgemoord worden door de Assyrische legers.

Jes. 15:3

Jes 15:3  Op hun wijken hebben zij zakken aangegord; op hun daken en op hun straten huilen zij altemaal, afgaande met geween. (SV)

Wijken. Herziene Statenvertaling: straten. Volgens Dächsel[1] de marktplaatsen van hun steden.

Zakken aangegord. Evens als de kaalheid (vers 2) een teken van rouw.

Jes. 15:4

Jes 15:4  Zowel Hesbon als Eleale schreeuwt, hun stem wordt gehoord tot Jahaz toe; daarom maken de toegerusten van Moab een geschrei, eens ieders ziel in hem is kwalijk gesteld. (SV)

Hesbon, Eleale. Nog weer noordelijker geleden staden. Eleale lag ten noorden van Hesbon.

Nu 32:3  Ataroth, en Dibon, en Jaezer, en Nimra, en Hesbon, en Eleale, en Schebam, en Nebo, en Behon; (SV)

Nu 32:37  En de kinderen van Ruben bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim, (SV)

Jahaz. Of Jahza. Waar vroeger Sihon, koning der Amorieten, tegen Israël streed.

Nu 21:23  Doch Sihon liet Israël niet toe, door zijn landpale door te trekken; maar Sihon vergaderde al zijn volk, en hij ging uit, Israël tegemoet, naar de woestijn, en hij kwam te Jahza, en streed tegen Israël;

Nu 21:23  Doch Sihon liet Israël niet toe, door zijn landpale door te trekken; maar Sihon vergaderde al zijn volk, en hij ging uit, Israël tegemoet, naar de woestijn, en hij kwam te Jahza, en streed tegen Israël; (SV)

Toegerusten. Gewapenden.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 15. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 4 april 2020.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).