Jesaja (boek)/Hoofdstuk 17

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 20 apr 2020 om 10:54 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Jes. 17:1 == Jes 17:1   De last van Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen worden, dat zij geen stad meer zij, maar zij zal een verv...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jesaja (boek) > Hoofdstuk 17
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 17 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Jes. 17:1

Jes 17:1   De last van Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen worden, dat zij geen stad meer zij, maar zij zal een vervallen steenhoop zijn. (SV)

Last van Damascus. Dreigende rechterlijke Godsspraak (zie Last) aangaande de Syrische hoofdstad Damascus.

Deze last is nog niet in vervulling gegaan.

Een vervallen steenhoop. Letterlijk ‘een hoop van vervulling’, aldus de kanttekening bij de Statenvertaling.

Jes. 17:2

Jes 17:2  De steden van Aroër zullen verlaten worden; voor de kudden zullen zij wezen, die zullen [daar] nederliggen, en niemand zal ze verschrikken. (SV)

Aroër. De naam betekent "berooid" of "kaal". Een stad aan de rivier Arnon, op de grens van Ammon en Moab. Misschien was de stad en zijn onderhorige plaatsen toen in handen van de Syriërs. "Aroër" kan ook slaan op Damascus zelf, als het geplunderd is. In 732 v.C. veroverde en plunderde de Assyrische koning Pul de stad. Er zijn ook andere verklaringen van "de steden van Aroër".

Jes. 17:3

Jes 17:3  En de vesting zal ophouden van Efraïm, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel der Syriërs; zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israëls, spreekt de HEERE der heirscharen. (SV)

Efraïm. Ofwel het Tienstammenrijk van Israël, waarvan Efraïm de voornaamste en leidende stam was. Efraïm wordt hier genoemd, omdat het met Syrië samenspande tegen Juda.

De vesting zal ophouden van Efraïm. De vesting Hazor wordt in 733/732 v. C. door de Assyrische koning Pul (= Tiglath-Pileser III) veroverd, 2 Kon. 15.29[1].

Zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israëls. Zij zullen evenals de heerlijke vestingen en versterkte steden van Israël teniet gedaan worden.

Voetnoot

  1. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).