Jesaja (boek)/Hoofdstuk 24

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 7 jun 2020 om 09:50 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Samenvatting == Een oordeel der aarde, voordat de Heer Jezus verschijnt. In vers 14 verschijnt de heerlijkheid des HEEREN. Nu echter (v...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jesaja (boek) > Hoofdstuk 24
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Jesaja (boek):


Hoofdstuk 24 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Een oordeel der aarde, voordat de Heer Jezus verschijnt. In vers 14 verschijnt de heerlijkheid des HEEREN. Nu echter (vs 16) heersen de trouwelozen. Vervloeking (vs 17).

Jes. 24:1

Jes 24:1 Ziet, de HEERE maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners. (SV)

Ledig ... woest. Alsof het tot de toestand van de aarde in Gen. 1:2 wordt gebracht.

De HEERE maakt het land ledig. Het zal "geheel leeg gemaakt worden" (vers 3). Er "zullen weinig mensen overblijven" (vers 6). De oorzaak is: overtreding en verandering van de wetten (vers 5). De middeloorzaken zijn: vloek (vers 6), verbranding (vers 6) en verstrooiing (vers 1) van de inwoners (vers 1) en beroving (vers 3).

Jes. 24:2

Jes 24:2  En gelijk het volk, alzo zal de priester wezen; gelijk de knecht, alzo zijn heer; gelijk de dienstmaagd, alzo haar vrouw; gelijk de koper, alzo de verkoper; gelijk de lener, alzo de ontlener; gelijk de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. (SV)

Hen allen treft enerlei lot.

Jes. 24:3

Jes 24:3  Dat land zal geheel ledig gemaakt worden, en het zal geheel beroofd worden; want de HEERE heeft dit woord gesproken. (CP[1])

Ledig gemaakt. Zie vers 1.

Beroofd worden. Tweede middeloorzaak van de ledigmaking, naast de verstrooiing (vers 1).

Jes. 24:4

Jes 24:4  Het land treurt, het verwelkt; het aardrijk kwijnt, het verwelkt; de hoogte van het volk des lands kwijnt. (CP[1])

Het land treurt. "De most treurt" (vers 7). De vreugde is verdwenen (7-8, 11).

Aardrijk. Of wereld. Alleen hier is in de Statenvertaling het Hebreeuwse woord תבל, tebel, vertaald met 'aardrijk', overigens (35 keer) met 'wereld'.

Het aardrijk kwijnt. "De wijnstok kwijnt" (vers 7).

De hoogte van het volk. De hoog gezetenen (vgl. 26:5): de groten en machtigen van het volk. Anderen verstaan: de hoogmoedigen van het volk.

Jes. 24:5

Jes 24:5  Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen [het] eeuwig verbond. (CP[1])

Zij overtreden de wetten. Vgl. vers 20: "de overtreding zal zwaar op haar zijn"

[Het] eeuwig verbond. Er staat in de grondtekst niet haberith olam, maar berith olam, zonder het bepaalde lidwoord ha (in het Nederlands: het of de).

Volgens sommigen[2] zou "het eeuwig verbond" (met lidwoord) zien op het verbond met Israël gesloten.

De uitdrukking "eeuwig verbond" wijst volgens sommigen[2] heen naar het verbond van God met Noach en de schepselen op de aardbodem (Gen. 9: 23v). Hiertegen kan men aanmerken dat het Noachitisch verbond bestond in de belofte van God dat Hij niet weer een zondvloed zou brengen op de aarde. Een mens kan zoiets niet vernietigen.

Een andere duiding van "eeuwig verbond" is: het besef van goed en kwaad, het geweten dat God de mensen heeft gegeven.

Ro 2:14  want wanneer de volken, die geen wet hebben, van nature de geboden van de wet doen, dan zijn dezen die geen wet hebben, zichzelf tot wet, Ro 2:15  en zij tonen dat het werk van de wet in hun harten geschreven staat, terwijl hun geweten meegetuigt en hun gedachten elkaar onderling beschuldigen of ook verontschuldigen), (Telos)

Volgens Albert Barnes[3] wordt het woord ‘verbond’ hier, zoals vaak wordt gebruikt, blijkbaar in de zin van de wet gebruikt. De term 'eeuwig verbond' verwijst naar de wetten van de natuur, de onveranderlijke wetten van rechtvaardigheid en recht, die op het geweten zijn gegrift, en die eeuwig gelden.

Matthew Henry denkt aan de overtreding van wet en regel van de natuur, de natuurlijke moraal en de geopenbaarde godsdienst. "Zij hadden de wetten van hun Wetgever geschonden en overtreden. Zij hadden niet beantwoord aan de bedoelingen van hun Schepper, en de voorschriften van hun Formeerder met voeten vertreden, de wetten der natuur verbroken en zich van alle zedelijke verplichtingen ontslagen. Zij hadden de inzettingen van den geopenbaarden godsdienst veranderd of verwaarloosd en dus zowel den uiterlijken eredienst versmaad als den inwendigen vertrapt. Dus hadden zij het eeuwig verbond, hetwelk alle mensen voor altoos tot de waarneming van Gods wetten verplicht en ene eeuwige vergelding verzekert aan de getrouwe aanklevers er van, vernietigd."[4]

Een andere verklaring zegt kortweg: "de orde van leven en overleven"[5].

Volgens John Gill[6] gaat het niet om de eeuwige natuurwet, noch om het verbond van de besnijdenis, noch om het verbond met Israël gemaakt op de berg Sinaï; maar gaat het om het nieuwe verbond, het verbond der genade in de Evangelie-bedeling, dat tot het einde van de tijd zal duren. De antichrist zal dat verbond verbreken, ongeldig maken, door het woord te verdraaien, de verordeningen te veranderen en zijn eigen instellingen daarvoor in de plaats te zetten.

Jes. 24:6

Jes 24:6  Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven. (SV)

De vloek. Van Godswege gesproken.

Verwoest. De HEERE maakt het land "woest" (vers 1).

Er zullen weinig mensen overblijven. Zie vers 13.

Jes. 24:7

Jes 24:7  De most treurt, de wijnstok kwijnt, allen die blijhartig waren, zuchten. (SV)

De most treurt. "Het land treurt" (vers 4).

De wijnstok kwijnt. "Het aardrijk kwijnt" (vers 4).

Jes. 24:21

Jes 24:21  En het zal geschieden te dien dage, dat de HEERE bezoeking doen zal over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over de koningen van de aardbodem op de aardbodem. (CP[1])

De heirscharen des hogen in de hoogte. Waarschijnlijk zijn bedoeld: de boze geestelijke machten in de hemelse gewesten.

Efe 6:12  Want onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten. (Telos)

Opb 12:7  En er kwam oorlog in de hemel: Michael en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, en de draak voerde oorlog en zijn engelen;  Opb 12:8  en hij was niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden.  Opb 12:9  En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die genoemd wordt duivel en de satan, die het hele aardrijk misleidt; hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. (Telos)

Mogelijk echter zijn bedoeld 'de hoog gezetenen' (Jes. 26:5).

Jes 26:5  Want Hij buigt de hooggezetenen neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof reiken. (SV)

Jes. 24:10

Jes 24:10  [De] stad van woestheid is verbroken, al de huizen staan gesloten, dat er niemand inkomen kan. (CP[1])

[De] stad van woestheid. Van chaos, wanorde, vormloosheid (Hebr. tohoe). Frans Delitzsch: "Het is de centraalstad van de goddeloze wereld in haar einde geschetst, welke tohoe (d.i. woest of ledig) zal zijn, even als haar wezen tohoe was; haar wezen was verstoring van de harmonie der goddelijke orde, alzo zal haar einde verstoring van haar bestaan zijn, en weer terugstorting in de chaos van het eerste begin. (Gen. 1:2; "de aarde nu was woest en ledig")."[4]

Dit doet ook denken aan de ondergang van het apocalyptische Babylon.

Jes. 24:11

Jes 24:11  Er is een klagelijk geroep op de straten, omwille van de wijn; alle blijdschap is verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren. (SV)

Omwille van de wijn. Immers, "de most treurt, de wijnstok kwijnt" (7), "zij zullen geen wijn drinken met gezang" (9).

Alle blijdschap is verduisterd enz. "Het land treurt" (4). "Allen die blijhartig waren, zuchten" (7). Zie ook vers 8.

Jes. 24:12

Jes 24:12  Ontzetting is in [de] stad overgebleven, en met gekraak wordt de poort in stukken verbroken. (CP[1])

Ontzetting. Ontzetting, of een voorwerp van ontzetting, of verwoesting, woestenij (= afgebroken gebouwen en huizen zonder inwoners).

Jes. 24:13

Jes 24:13  Aldus zal het wezen in het binnenste van het land, in het midden van de volken: gelijk de afschudding van de olijfboom, gelijk de nalezingen, wanneer de wijnoogst geëindigd is. (CP[1])

In het binnenste van het land, in het midden van de volken. Dat is zowel in het land van Israël, als in de gehele wijde omtrek van de aarde,

Gelijk de afschudding van de olijfboom, gelijk de nalezingen, wanneer de wijnoogst geëindigd is. "... en er zullen weinig mensen overblijven" (6). Gelijk na de olijvenoogst slechts weinige vruchten aan de olijfbomen, gelijk na de wijnoogst slechts enkele druiven aan de wijnstokken overblijven, zo zijn er ook hier en daar slechts weinige inwoners in het land.

Jes 17:6  Doch een nalezing zal daarin overig blijven, gelijk [in] de afschudding eens olijfbooms, twee [of] drie bezien in den top der opperste twijg, en vier [of] vijf aan zijn vruchtbare takken, spreekt de HEERE, de God Israëls. (SV)

Vergelijk Noach en zijn huis, en Lot en de zijnen, die gespaard werden.

Deze weinige, die overblijven, zijn, aldus Von Gerlach[4], het "heilige zaad." (Jes. 6:13).

Jes. 24:23

Jes 24:23  En de maan zal schaamrood worden, en de zon zal beschaamd worden, als de HEERE der heirscharen regeren zal op den berg Sion en te Jeruzalem, en voor zijn oudsten zal heerlijkheid zijn. (SV)

De maan zal schaamrood worden.

Hnd 2:20  De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en luisterrijke dag van de Heer komt. (Telos)

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 24. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 7 juni 2020.

Voetnoten


  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 Her- of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. 2,0 2,1 Dächsel in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 24:5.
  3. In zijn aantekeningen (Notes).
  4. 4,0 4,1 4,2 Aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 24.
  5. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar Jes. 24:5.
  6. John Gill's Expositor, commentaar bij Jes. 24:5.